Bij het modelleren in ArchiMate en het leggen van relaties tussen objecten in de technologie laag loop ik soms tegen het gebruik van de juiste relatie tussen de objecten. De technologielaag is zelf al complex, met veel verschillende componenten en systemen die allemaal met elkaar verbonden zijn op specifieke manieren. Het kan lastig zijn om de juiste relaties te identificeren en toe te passen zonder de kennis van elk onderdeel. Ook de interpretatie per persoon van relaties werkt niet altijd mee.

Om mezelf en anderen te helpen bij het modelleren en begrijpen van de technologie-laag, heb ik een samenvatting gemaakt van de relaties. Deze samenvatting is bedoeld om consistentie te waarborgen in het gebruik van relaties tussen objecten. Het helpt niet alleen bij het kiezen van de juiste relaties tijdens het modelleren, maar maakt het ook makkelijker om architectuurplaten te lezen.

Relaties in technologie laag:

Hieronder vind je een overzicht van de belangrijkste ArchiMate-relaties, met een eenvoudige uitleg, voorbeelden, en schema’s om de relatie te vergemakkelijken.

Access

Uitleg: Toont welke technologiecomponenten toegang hebben tot gegevensobjecten.
Voorbeeld: Een database server heeft toegang tot een klantgegevensbestand.
Schema: Database Server 📂➡️ Klantgegevensbestand

Assignment

Uitleg: Geeft aan welke technologiecomponent verantwoordelijk is voor een technologiefunctie.
Voorbeeld: Een webserver-component is verantwoordelijk voor de webhosting-functie.
Schema: Webserver 👨‍💻➡️🛠️ Webhosting-functie

Association

Uitleg: Verbindt elementen die op een bepaalde manier gerelateerd zijn, zonder specifieke details.
Voorbeeld: Een netwerkrouter is geassocieerd met een firewall.
Schema: Router 🧩➡️🧩 Firewall

Composition

Uitleg: Geeft aan dat een complex object is opgebouwd uit eenvoudiger objecten.
Voorbeeld: Een datacentrum bestaat uit meerdere servers.
Schema: Datacentrum 🧱➡️🏢 Server 1, Server 2, Server 3

Aggregation

Uitleg: Toont een “deel-geheel” relatie tussen componenten.
Voorbeeld: Een servercluster bestaat uit meerdere fysieke servers.
Schema: Servercluster 🍎➡️🍏🍎🍏 Server A, Server B

Realization

Uitleg: Laat zien hoe een technologiecomponent een technologieconcept implementeert.
Voorbeeld: Een virtualisatie-software implementeert servervirtualisatie.
Schema: Virtualisatiesoftware 📐➡️🏗️ Servervirtualisatie

Serves

Uitleg: Geeft aan dat een technologie-element een dienst verleent aan een ander element.
Voorbeeld: Een webserver levert webdiensten aan een applicatiecomponent.
Schema: Webserver 🌐➡️📱 Applicatiecomponent

Specialization

Uitleg: Toont een “is een” relatie tussen een algemene en een specifiekere entiteit.
Voorbeeld: Een database-server is een gespecialiseerde vorm van een algemene server.
Schema: Server 🐱➡️🐈 Database-server

Triggering

Uitleg: Geeft aan dat een gebeurtenis of proces een ander proces start.
Voorbeeld: Een systeemherstart triggert een serverherstart.
Schema: Systeemherstart ⏯️➡️⏭️ Serverherstart

Flow

Uitleg: Toont de uitwisseling van informatie of materie tussen componenten.
Voorbeeld: Gegevens stromen van een sensornetwerk naar een centrale database.
Schema: Sensornetwerk 💬➡️💬 Centrale database

Used By

Uitleg: Laat zien hoe een component gebruik maakt van de diensten van een andere component.
Voorbeeld: Een applicatieserver maakt gebruik van een databasetoegangsmodule.
Schema: Applicatieserver 🔧➡️🖥️ Databasetoegangsmodule

Het begrijpen van deze ArchiMate-relaties heeft mij geholpen om beter overzicht te krijgen over de technologie-laag. Door duidelijk te maken hoe verschillende onderdelen met elkaar verbonden zijn, kunnen we makkelijker complexe IT-systemen ontwerpen en beheren. 💡

De ArchiMate overview poster helpt natuurlijk ook goed 👍 https://koelman.it/archimate-3-2-overview-poster/