Microsoft heeft aangekondigd dat de Locatiegeschiedenis-functie uit Windows wordt verwijderd. Met deze functie konden applicaties zoals de virtuele assistent Cortana de locatiegeschiedenis van het apparaat ophalen.

Het verwijderen van deze functie betekent dat de gegevens niet langer lokaal worden opgeslagen en de instelling uit het besturingssysteem (Windows 10 en 11) zal verdwijnen.

“We verwijderen de Locatiegeschiedenis-functie, een API die Cortana toeliet om 24 uur aan apparaathistorie te raadplegen wanneer de locatie was ingeschakeld,” aldus de aankondiging van Microsoft.

De API achter de functie, ‘Geolocator.GetGeopositionHistoryAsync’, biedt apps lokaal opgeslagen gegevens die in de afgelopen 24 uur door locatievoorzieningen zijn verzameld.

“Locatievoorzieningen verzamelen posities alleen wanneer een app of dienst vraagt naar de locatie van de gebruiker – maar niet vaker dan één keer per seconde,” legt Microsoft uit.

Apparaatlocatiegegevens worden lokaal opgeslagen en de lijst wordt alleen gevuld wanneer een applicatie of dienst er actief om vraagt.

BleepingComputer heeft contact opgenomen met Microsoft om te vragen naar de redenen achter het verwijderen van de Locatiegeschiedenis-API en we zullen deze post bijwerken zodra we een reactie ontvangen.

Voorbereiden op de wijziging

Ontwikkelaars moeten hun applicaties waarin gebruik wordt gemaakt van de Windows.Devices.Geolocation API herzien en overstappen van GetGeopositionHistoryAsync, anders kunnen kernfuncties van hun tool in de toekomst niet goed functioneren.

De optie locatievoorzieningen zal ook worden verwijderd uit Windows Instellingen > Privacy & Beveiliging > Locatie.

Gebruikers kunnen de instelling volledig deactiveren om toegang verzoeken tot locatiegegevens van alle apps en diensten te blokkeren.

Zodra deactiveren is voltooid, moeten gebruikers op de knop ‘Wissen’ klikken om eventuele locatiegegevens van de afgelopen 24 uur te verwijderen.